Blik op de klok, nu mag het nog. Ik hoor mijzelf denken en ik vraag mij af waarom. Eruit met als enige doel buiten te zijn, dat doe ik ‘s avonds nooit. Ik ga naar buiten om te sporten, voor boodschappen of bezoek, maar niet zomaar. Nu vertelt klok dat ik over een uurtje niet meer mag en trek ik mijn schoenen aan voor een ommetje. Nu mag het nog.
Lotgenoten
De mens zit wonderlijk in elkaar en ik doe mee. Pas als hetgeen je nooit doet ineens niet mag wil je het wel. De trottoirs van mijn buurt zijn het toneel van de avondwandeling. Is dit mij niet eerder opgevallen of is dit nooit? Zonder hond of met. Alleen of twee, de handen in de zakken en elkaar passerend een mompelende lotgenotengroet.
De leegte
Mensen nemen afscheid aan de deur, nou tot zien dan maar. Wel raar zo. Stappen in. Auto’s vertrekken en het wordt stil. Alleen bezorg-scooters en supermarktbusjes gaan onvermoeibaar door. Ik loop naar huis, een laatste blik naar buiten voor ik de voordeur achter mij sluit.
Het voelt als oudejaarsavond lees ik. Aftellen tot het moment dat de avondklok de leegte inluidt.