In de eerste week van januari neem ik me steevast voor: ‘volgend jaar hoeft dat gedoe niet’. Terwijl ik worstelend en een spoor van naalden nalatend de ietwat droge boom de trap af sleep ben ik er heilig van overtuigd. Met de wetenschap dat de zogenaamde ophaaldagen al voorbij zijn en dus het vooruitzicht van een auto waar ik tot ver in de zomer nog dennennaalden uit sta te vegen, wordt die overtuiging alleen maar sterker. Heerlijk zo’n boom. In december haal ik een kunstboom. Of beter nog, ik ga meteen op marktplaats kijken of er mensen zijn die er nu al vanaf willen. Voor een prikkie. Maar zover is het nog nooit gekomen.

Vooruit of terug kijken
Januari, met een nieuw jaar voor de boeg, is een hele andere maand dan december, met het jaar voorbij. Ook op het gebied van rationele besluitvorming. Want zo’n kunstboom is toch niet van echt te onderscheiden, de lampjes zitten er al in dus geen geknoop, geen naalden, geen gesleep. Er zijn weinig argumenten tegen de kunstboom. Hij ruikt niet echt is zelfs te ondervangen met een spuitbus. Einde van de logica. Want elf maanden en twee weken na de ‘struggle with the tree’ kijk ik er helemaal anders tegenaan. Niets is er meer over van de praktische voorjaarsinstelling. Er moet een boom komen en wel een echte. Ja, zo’n Nordmann, voor een vermogen, want die lijken het meest op een echte kerstboom.
Toch wel
En zo sta ik op een droef druilerige maandagmiddag bij het tuincentrum uit een hoge stapel mijn eigen prijsboom te trekken en zit ik even later op mijn knieƫn te priegelen met kleine haakjes en glinsterende kerstballen. De halve kamer moet om want die bomen worden ieder jaar groter.
Mijn huis is er klaar voor. Ik kan op mijn luie stoel naast de boom zitten. Lekker warm met mijn voeten tegen de CV. Kom maar op met die Kerst.
Niet verder vertellen hoor, maar ik net Sky Radio aangezet…